Ploeteren op niveau: kano trektocht op de Hardangervidda

7 september 2016 - Rjukan, Noorwegen

'Vorige week is een kanoër bijna verdronken tijdens een kano trektocht op de Hardangervidda en zijn Ally heeft het niet overleefd', zegt een medewerker van het Hardangervidda informatiecentrum in Skinnarbu. 'Ik ben verplicht jullie op deze gevaren te wijzen', zegt hij. Ik vertel dat wij ons bewust zijn van de risico's gevaren en dat wij ons goed hebben voorbereid. Wij nemen de laatste weersvooruitzichten nog even door, het ziet er redelijk uit met wat regen en wind op dinsdag en woensdag. De medewerker geeft aan dat in de tentoonstelling een prachtige film is te zien van de Hardangevidda en de rivier de Kvenna met zijn watervallen, we mogen er voor half geld in omdat we de bus moeten halen naar het beginpunt en dus weinig tijd hebben. Nadat wij de film en de tentoonstelling hebben gezien is ons enthousiasme om te starten met de tocht alleen maar groter geworden, alhoewel het verhaal over de gecrashte Ally wel in ons hoofd blijft zitten. Wij laten onze naam en telefoonnummer achter en geven aan over 7-8 dagen terug te zijn. Voordat wij het centrum verlaten geeft de medewerker ons met een glimlach een stevige handdruk en wenst ons heel veel plezier tijdens onze kanotocht.

We laten onze auto achter bij het informatiecentrum en nemen de bus terug naar Røldal, waar onze tocht start.Vroeg in de ochtend hebben we daar de kano en andere uitrusting achtergelaten. Na drie uur in de bus zijn we terug en bouwen we de boot op. We starten op Valldalsvatnet, een groot meer van ongeveer 8 km lengte. Het is heerlijk om weer op het water te zijn. De rust en kalmte van het water en verder alleen het snijden van de peddel in het water te voelen. Tegen de avond staat onze tent met uitzicht op het meer en maken we een warme maaltijd.

Van Valldalsvatnet is het ongeveer 10 km lopen naar het volgende meer, Holmavatnet. Onze uitrusting bestaat uit twee trekking rugzakken, één waterdichte rugzak en een boot. In het eerste deel van het terrein maakten we gebruik van een kano kar. Dat zou betekenen dat we niet zoveel hoeven te dragen, wel zo makkelijk. Nou ja, de rest van de week zat de kar in de rugzak, hadden we alsnog een extra last bij ons. Het grootste deel van de tocht konden we niet alle spullen in 1 keer meenemen en dus moesten we steeds heen en weer lopen en de totale afstand dus 3 keer afleggen... Maar goed, wij hadden er zin in dus deze klus zouden wij wel klaren. Beetje sjouwen, kanoën en tussendoor genieten van de prachtige omgeving, wie wil dat nou niet? In het eerste deel van de tocht zat een korte pittige klim, we werden de eerste dag gelijk op de proef gesteld. Die dag komen we net niet op de helft van loopafstand naar Holmavatnet, dat betekent dat we de volgende dag ook nog de hele dag zullen moeten lopen.

Terwijl we de volgende dag onze rugzakken opdoen begint het licht te regen. Holmavatnet ligt op 1204 meter hoogte en is in onze tocht het hoogst gelegen meer dat wij zullen afvaren. Zo ver zijn we nog lang niet. Eerst maar eens 6 km (dus 18 km in totaal) lopen door Vivasdalen. Waar we begonnen met lichte regen, komt het in de loop van middag met bakken naar beneden. Ook begint de wind aan kracht toe te nemen. De vermoeidheid en de zware last op de schouders nemen bij iedere stap toe. Saskia vraagt zich hardop af waar we in vredesnaam aan begonnen zijn. Het gekke is dat met name de stukken teruglopen, zonder bagage, mentaal het meest zwaar zijn. Het is natuurlijk fijner om vooruit, richting je doel te lopen. Gelukkig hebben we niet tegelijkertijd last van een dip, zodat we elkaar kunnen motiveren om door te gaan. Straks kunnen we lekker varen in een super mooie omgeving! Onderweg zetten we de buitentent op om uit de wind en regen te kunnen uitrusten en lunchen. In de buurt van het meer komen we een stel wandelaars tegen die belangstellend vragen waar we naar toe gaan. Ze wensen ons succes en geven aan vooral voorzichtig te doen op de meren met deze harde wind. Wanneer we bij Holmavatnet aankomen hangt er lage mist over de bergen en waait de wind stevig over het meer. We proberen een luwe plaats voor de tent te vinden, wat niet meevalt. Uiteindelijk vinden we een plaats met een lage stenen wal, die voor een beetje luwte zorgt. We zorgen dat de tent stevig verankerd staat, met grote stenen op de haringen. Gedurende de nacht blijft het flink waaien en het tentdoek onophoudelijk klapperen, niet echt bevordelijk voor de nachtrust.

Het is half zeven in de ochtend, ik kijk door de tent opening naar buiten en zie dat er over het meer een laag hangende mist hangt. Ik rits de tent dicht en vertel Saskia dat ze beter nog even kan blijven liggen. Twee uur later stap ik de tent uit en zie dat de mist is opgeklaard. Enthousiast vertel ik dat we ons klaar moeten maken om in te gaan pakken. Terwijl we bezig zijn met het opbouwen van de boot trekt alles weer dicht. We kunnen nog geen vijftig meter vooruit zien en het waait. Uiteindelijk besluiten we toch in de lage mist te vetrekken in de hoop dat er verderop beter zicht zal zijn. Zo snel de mist opkomt is deze ook weer gedeeltelijk verdwenen als wij het meer opgaan, we kunnen zelfs het einde van het meer zien. We hebben de wind in de rug en verder het meer op voelen we de kracht van de wind in de rug en worden de golven hoger. Nu moeten we onze kop er echt bij houden om de boot op de goede koers te houden, dat is hard werken en best wel even spannend. Het meer mond uit in de rivier de Kvenno, dit is een prachtige rivier die van smal naar breed uitloopt. Een deel van de rivier is sterk stromend water met een waterval, niet bevaarbaar en dus moeten we een stuk overdragen. Niet veel later pauzeren we op een mooie plek aan de rivier. Achter een groot rotsblok kunnen we mooi schuilen tegen de wind en regen. In de verte komt een stel wandelaars met bepakking onze kant oplopen. Hun poncho waait door de wind alle kanten op en hun gezichten zijn verscholen onder hun capuchon. Ze geven aan dat het best zwaar lopen is in de wind. We wensen hun een 'god tur'.

Voordat we verder varen verkennen we samen de loop van de rivier. Hoe varen we uit, welke lijn houden we aan. Een leuk stukje stromend water, tot we niet verder kunnen vanwege laagwater. We stappen uit en komen bij een grasvlakte en een groot rotsblok waar een hut tegenaan is gebouwd. Een man is bezig de hut te schilderen met een soort carboleum, van afstand te ruiken. Als we dichterbij komen komt hij naar ons toe om een praatje te maken. We praten over het weer van de afgelopen dagen en terwijl wij vertellen wat ons plan is moet hij lachen. Hij beseft waarschijnlijk hoe zwaar de tocht geweest moet zijn en wat ons nog te wachten staat. Wij zijn niet de eersten die deze route varen en lopen, het wordt een 'klassieke kanoroute' op de Hardangervidda genoemd. Er zijn verschillende stukjes en filmpjes op internet te vinden, allemaal in het Noors. Gelukkig stelt hij ons gerust en vertelt dat wind en regen de komende dagen zullen afnemen. Hij neemt ons ook mee in de geschiedenis van deze bijzondere plaats die 'Drykkjestein' heet. In vroegere tijden kwamen handelslieden te paard langs deze route. Het was een ideale rustplaats voor de paarden vanwege de grasvlakte, de mannen sliepen onder een zeil tussen de rotsen. Onder het schuin hangende rotsblok werd onderhandeld en als men het eens was over de prijs werd daar op gedronken, vandaar de naam drinksteen.

Weer een nacht met veel wind en regen, er zijn momenten waarop we het idee hebben dat de tent uit elkaar wordt gescheurd. Gelukkig houdt de tent prima stand en neemt de wind in de richting van de ochtend wat af. Vandaag moeten we de oversteek maken over een groot meer. Vanwege de harde wind van de afgelopen dagen ziet Saskia daar een beetje tegenop. Ik probeer haar gerust te stellen door aan te geven dat wij de afgelopen dagen de boot ook bij harde wind onder controle hebben kunnen houden. Terwijl we op het meer varen is duidelijk dat het toch hard werken is om de boot op koers te houden, en dan hebben we nog wind mee. Ik kan eigenlijk alleen maar een roer zetten en stevig vasthouden. Door met mijn lichaam de peddel stevig vast te zetten houd ik koers. Saskia laat zien dat ze ook prima haar 'mannetje' staat. Toch zijn wij op onze hoede, op het meer wil je niet omslaan. Probeer dan maar met harde wind je spullen veilig te stellen en naar de kant te zwemmen. In deze condities kun je snel onderkoeld raken. Zoals Saskia de avond voor vertrek zei: 'dat doen wij dus niet!' nadat ze mij een filmpje op Youtube liet zien van een boot die omging op de Kvenna. Opgelucht landen we aan op een rustige plek en pakken even onze rust en eten wat. Na het meer varen we op de Kvenno. Een rivier die mooi slingert tussen een aantal eilanden door. We varen de rivier af en bij een aantal sterk stromende passages stappen we even uit om te verkennen. Eenmaal op het water neemt ons enthousiasme toe, hier doen we het allemaal voor! Die avond zien we de eerste voortekenen dat een weersverandering op komst is. Een prachtige regenboog die over het gebied hing heb ik op de foto vast kunnen leggen. Daarnaast ook een bijzondere wolk, een Lenticularis-wolk die in de bergen ontstaat als de wind lange tijd in dezelfde richting waait. We kunnen wel wat beter weer gebruiken want het gaat allemaal wat langzamer dan verwacht en we lopen wat achter op schema. Als morgen alles meezit kunnen we wellicht kilometers maken en wat inlopen. In het zonnetje dat doorbreekt kunnen we ook wat natte spullen laten drogen, voor zolang het duurt....

In de vroege ochtend passeren we het plaatsje Hansbu. Vanaf de waterkant zie ik dat een loods openstaat en dat daar mensen aanwezig zijn. We varen ernaar toe en een man loopt ons tegemoet en gebaart dat we welkom zijn om binnen te komen. Ik geef aan dat we net aan het varen zijn en of hij ons wat meer kan vertellen of het verloop van de rivier verderop bevaarbaar is. Volgens hem is het eerste deel goed te bevaren, een klein verval en daarna slechts een aantal stukken overdragen. Hij geeft aan dat over een aantal minuten een helikopter komt om een groep jagers op te halen en een nieuwe groep komt afleveren. We zijn net vertrokken of de helikopter vliegt over ons heen. De stroming in het water wordt sterker en in de verte zie ik een verval. We besluiten uit te stappen en te gaan verkennen. Het is al snel duidelijk dat wij dit traject niet gaan varen maar overdragen. Als ik die jager moest geloven was dit te traject te varen, gelukkig hebben wij meer verstand van varen. Omdat de wind ook is afgenomen is het rustig varen op de meren. Heerlijk even niet alles moeten geven, maar gewoon ruimte te hebben om te kunnen genieten. Onderweg pakken we nog een aantal keer een leuke stroomversnelling. Het traject langs de Kvenna (2 km) dragen we over. Ook hier lopen we langs een aantal mooie watervallen. Tijdens het overdragen komen we een aantal jagers tegen. We stoppen en vragen belangstellend waar ze vandaan komen en of ze wild hebben geschoten. Een jager vertelt dat ze een week jagen en gemiddeld 25 km per dag lopen. Ze hebben nu 1 rendier geschoten en worden morgen weer opgepikt door de helikopter. Wij hebben wel heel veel sporen van rendieren gezien, maar de dieren zelf helaas nog niet. Die houden zich wijselijk schuil.... Het lopen aan het eind van de dag is best wel weer zwaar en soms komt de waarom-vraag weer even boven. Gelukkig kunnen we de kano grote delen slepen over het veenmos. We zetten ons kamp op aan de rand van het meer. De zon schijnt nog voldoende om ons even in het meer te kunnen wassen. Moe en voldaan kruipen we in onze tent en maken een maaltijd klaar.

We hebben gisteren aardig wat kilometers kunnen maken, we verwachten 1 dag later aan te komen op het eindpunt dan gepland. Dit betekent dat we voldoende eten en brandstof overhouden voor de rest van de tocht, we kunnen onszelf vandaag zelfs trakteren op iets extra's. Het te varen traject van vandaag doorkruist een aantal meren en leuke stroomversnellingen. Het zijn de stroomversnellingen die ik eigenkijk het leukst vindt. Ik zie aan Saskia dat ze er ook plezier in heeft. Totdat we vast komen te zitten tussen twee rotsblokken..... Ja en dan..., we schieten allebei in de lach. Het zou vervelend zijn wanneer de boot beschadigd raakt. Even hoofd koel houden dus, Saskia blijft in de boot. Ik stap op 1 van de rotsblokken. Voorzichtig duwen en trekken en we komen los. Straks maar eens kijken wat de schade is. Achteraf viel de schade mee, een klein gaatje dat te repareren is. Een veel gemaakte fout van kanovaarders op deze trektocht is dat ze door vermoeidheid, het vele overdragen enz. toch de stroomversnelling afvaren. Met gevolg dat ze omslaan, de boot kapot kan gaan en onderkoeling op de loer ligt. Daarom dragen wij bij twijfel altijd over. In een aantal gevallen hadden we bepaalde stroomversnellingen gevaren als we samen met anderen waren geweest, maar kozen we nu voor de veilige en fysiek veel zwaardere optie.

Tijdens een overdraging naar een volgend meer ontmoeten we twee mannen bij een hut. We raken in gesprek en de oudste geeft aan met zijn zoon vanuit Oslo hier naartoe te zijn gekomen om te jagen. Ze hebben een hut in het gebied, die al sinds 1904 in het bezit is van zijn familie. Hij heeft hier een groot deel van zijn jeugd doorgebracht en kent het gebied goed. Hij geeft ons tips over de gevaarlijke vervallen en waar je mooi kan kamperen. Ook liggen er in de buurt ruïnes, dit waren de huizen van de eerste inwoner van het gebied, een vrouw die Liv Vollan heette. Het verhaal gaat dat zij in het begin van de 19e eeuw jaarrond in het gebied woonde en haar twee mannen heeft overleefd. Haar kinderen vonden het kennelijk toch te zwaar om daar te wonen, zij zijn later allemaal naar Amerika geëmigreerd. Veel hutten worden overgedragen aan familieleden. Zo zal straks ook de man uit Oslo zijn hut weer overdragen aan zijn zoon. Op de Hardangervidda mag niets voor commerciële doeleinden worden bijgebouwd. Inkomsten bestaan vooral uit de lucratieve jacht-en visvergunningen die worden afgegeven en het invliegen met helikopters en watervliegtuigen. Tijdens het gesprek krijgen we bananen en chocola aangeboden, heerlijk om weer fruit te kunnen eten! En hartstikke leuk om wat meer over het gebied te horen.

De nacht is helder en koud, de sterrenhemel openbaart zich in al zijn glorie. Op de kano en de tent ligt een laagje ijs als we wakker worden. We varen in de heerlijke zon het vlakke meer over, wetend dat het vandaag onze laatste vaardag is. Nog een keer overdragen bij een stroomversnelling. Alleen deze keer doen we er iets langer over, we willen eigenlijk nog niet terug en doen het rustig aan. De tijd vertraagt als je zo'n groots gebied doorkruist. Dit gevoel willen we vasthouden. Langzaam maar zeker komen we toch aan op de plek waar we de boot uit elkaar zullen halen om het laatste stuk te lopen. Ook daar schijnt volop de zon. Dat is ideaal want we hebben aardig wat natte kleding en materiaal dat we willen laten drogen. Wanneer we alles hebben ingepakt starten we met de lange wandeling. Tussen de bomen en struiken door kunnen we een glimp opvangen van de rivier de Kvenna. Een rivier met een flink verval en aan het eind een waterval met enorme hoeveelheden water dat trapsgewijs naar beneden komt. We moeten 6 km overbruggen, wat met heen en weer lopen neer komt op 18 km. Een pittig stuk, ondanks het feit dat we vooral dalen. De beloning volgt als we aan het eind van de dag onze tent opzetten langs de rivier, met uitkijk op de prachtige Argehovdfossen. In de zon wassen we ons in rivier. Het koude water is heerlijk voor het vermoeide lijf. In de zon warmen we weer op en we eten voor het eerst weer buiten. We zien de zonnestralen door de waternevel van de waterval schijnen. Vol tevredenheid kijken we gezamenlijk terug op een prachtige maar zware kanotocht.

De volgende ochtend nemen we rustig de tijd. De zon schijnt weer en we lopen de laatste kilometers naar de hut in Mogen, die helaas de dag ervoor zijn laatste dag had van het seizoen en nu dus dicht is. We genieten nog wat na van de zon en maken onze laatste restjes eten op. Voor even staat de tijd nog stil. Om kwart over drie nemen we de Fjellvåken II (boot) naar Skinnarbu. De kapitein verwelkomt ons en onze spullen en vraagt: 'Er dere sliten?' Zijn jullie moe? Ook hij weet kennelijk dat het een zware tocht is....:-).

Nog even wat cijfers: we hebben ongeveer 50 km gevaren en een afstand van 25 km te voet afgelegd in 7,5 dagen. Dat lopen moesten we voor het grootste deel 3 keer doen, wat betekent dat we ongeveer 75 km hebben gelopen. Misschien is wandel-kano-ploeter tocht een betere benaming dan kano trektocht?

Foto’s

5 Reacties

  1. Henkpm:
    7 september 2016
    Dat was afzien..... Maar wel ontzettend mooi !
  2. Hanneke Kuyper:
    8 september 2016
    Wat is het leuk om al jullie verhalen te lezen, en wat een barre tocht was dit!
    Veel bewondering ook! De foto"s zijn prachtig, zo geniet ik mee, lekker vanuit m'n stoel in de zon!!
  3. Frederiek van thiel:
    8 september 2016
    Bikkels, wat een mooie bekroning. Wij zijn door het gebied gereden met de auto en vonden het erg riug, jullie hebben het doorleefd
  4. Marianne:
    8 september 2016
    Een mooi verhaal maar een spannende barre tocht wel weer een uitdaging petje af voor jullie sportieve en fysieke inzet.
  5. Frances:
    9 september 2016
    Wauw, wat een tocht. Ik word al moe als ik het lees
    Geweldig zoals jullie het doen en ons mee laten genieten.